kaneelbroodjes

Kaneelbroodjes, lekker voor bij het kerstontbijt, paasontbijt of gewoon voor een zondagmorgen…

wat heb je nodig:

• 320 gr bloem
• 1 ei
• 125 ml melk, lauw
• 1 zakje vanille suiker
• 30 g suiker
• 1 zakje a 7 gram gedroogde gist
• Snufje zout
• 40 gr boter

Vulling

• 4 eetl rozijnen
• 2 theel kaneelpoeder
• 100 g donkerbruine basterdsuiker
• 60 g pecannoten, grof gehakt
• 40 g zachte boter

Materialen

• springvorm van ca 22 cm doorsnede
• schone vochtige theedoek
• (beslag)kom
• mixer
• bakpapier
• deegroller
• eventueel een broodbakmachine om het deeg te kneden

Als je een broodbakmachine gebruikt doe dan alle ingrediënten (eerst nat, daarna droog en als laatste de gist) in de machine en zet hem op de stand deeg kneden. Ga daarna verder naar de stap van het rijzen.

Als je het deeg zelf gaat kneden: Doe de gist bij de lauw warme melk en roer een paar keer door. Smelt de boter en mix deze samen met de suiker, zout, vanillesuiker en het ei tot een romige massa. Schenk de melk met gist er bij en mix kort. Voeg de bloem er bij en kneed tot een soepel deeg.

Bestuif een kom met een beetje bloem en doe de deegbal er in. Dek de kom af met een schone vochtige theedoek. Zet de kom op een warme plek en laat het deeg ongeveer 45 min rijzen.

Leg een vel bakpapier op de aanrecht en rol de deegbal uit tot een rechthoek van 20 x 30 cm. Bestrijk de bovenzijde met zachte boter. Meng de rozijnen, basterdsuiker, kaneel en pecannoten door elkaar en verdeel over de laag boter. Rol het deeg vanuit de lange kant op en druk de naden zachtjes tegen elkaar. Snijd de rol met een scherp mes in 8 stukken. Leg ze op hun kant in een ingevette ronde springvorm. Leg er eentje in het midden en leg de andere deegrondjes er om heen, laat wel een paar cm afstand van elkaar. Bedek met een vochtige theedoek en laat nog 30 minuten op een warme plek rijzen.

Verwarm ondertussen de oven op 200 graden. Bak de kaneelbroodjes in 18 minuten goudbruin.  Nog een beetje warm zijn ze het lekkerst.

Om te bewaren kun je ze het beste afdekken met aluminiumfolie en de volgende dag een paar minuutjes opwarmen in de oven. Invriezen kan ook, zo heb je er twee keer plezier van.

Zelf granola maken

Zelf granola maken is heel simpel, erg lekker en bevat minder suikers dan de cruesli en muesli uit de supermarkt. Deze variant vind ik zelf erg lekker maar je kunt er natuurlijk alles in stoppen wat je maar lekker vindt. (gedroogd fruit, cacao, andere noten/zaden etc.)

Wat heb je nodig voor deze pot:

• 100 gram havermout
• 25 gram pecannoten
• 25 gram walnoten
• 10 gram amandelen
• 1 eetlepel zonnebloempitten
• 1 eetlepel kokosrasp
• 2 flinke eetlepels rozijnen
• 1 eetlepel olijfolie
• 1 eetlepel kaneel
• 3 eetlepels honing
• 1 opgeklopt eiwit

Verwarm de oven voor op 150 graden. Hak de noten. Doe alle droge ingrediënten (behalve de rozijnen) bij elkaar in een kom en meng alles goed. Voeg dan de olijfolie en 2 eetlepels van de honing toe en meng alles weer door elkaar. Klop 1 eiwit op en spatel dat voorzichtig door het granola mengsel. (Het opgeklopte eiwit zorgt ervoor dat je brokjes krijgt en de granola lekker crunchy wordt.) Bedek een bakplaat met bakpapier en schep de granola er op. Sprenkel er als laatste nog 1 eetlepel honing overheen. Bak dit 20-25 min. in de oven. Haal de bakplaat uit de oven, laat het eerst helemaal afkoelen en voeg dan de rozijnen toe.

Lekker met (Griekse) yoghurt en vers fruit.

Havermout “appeltaart”

Wat heb je nodig( 1 pers):

• 40 gram havermout
• 150 ml amandelmelk
• 1 appel
• 1 eetlepel rozijnen
• 3 pecannoten (in stukjes)
• 1tl kaneel

Verwarm de oven voor op 180 graden. Doe de havermout en de melk in je ovenschaaltje en meng het goed door elkaar. Rasp de appel erdoor. Voeg de rozijnen, pecannoten en kaneel toe en meng alles goed door elkaar. Zet het bakje voor 20-25 minuten in de oven. Lekker als ontbijtje.